| De opdrachtinterpreter, ook wel shell genoemd, is een programma dat door een gebruiker ingevoerde opdrachten vertaalt naar acties die door het besturingssysteem worden uitgevoerd. De belangrijkste functie is het fungeren als tussenpersoon tussen de gebruiker en de kernel van het besturingssysteem. Concreet doet het het volgende:
* Accepteert gebruikersinvoer: Het leest opdrachten die door de gebruiker zijn getypt (of vanuit een script).
* Ontleedt opdrachten: Het splitst het commando op in zijn afzonderlijke delen (bijvoorbeeld commandonaam, argumenten, opties).
* Voert opdrachten uit: Het lokaliseert en voert het juiste programma of systeemoproep uit op basis van de opdracht. Dit kan inhouden dat u een ander programma moet starten, bestanden moet manipuleren of systeembronnen moet beheren.
* Beheert processen: Het creëert en beheert processen die voortvloeien uit de uitgevoerde opdrachten, inclusief het verwerken van invoer-/uitvoerstromen.
* Biedt een gebruikersinterface: Het biedt gebruikers een manier om met het besturingssysteem te communiceren via op tekst gebaseerde opdrachten. Dit kan variëren van eenvoudige opdrachten tot complexe scripting.
* Verwerkt omleiding en piping: Hiermee kunnen gebruikers de uitvoer van het ene commando omleiden naar de invoer van een ander commando (piping) of naar een bestand (redirection).
* Biedt ingebouwde opdrachten: Veel opdrachttolken hebben hun eigen set ingebouwde opdrachten die algemene taken uitvoeren zonder dat ze afzonderlijke programma's hoeven te starten.
In wezen biedt de opdrachtinterpreter een krachtige en flexibele manier om met het besturingssysteem te communiceren en het te besturen. Voorbeelden van opdrachtinterpreters zijn Bash (Bourne Again Shell), Zsh (Z-shell), PowerShell en cmd.exe (Windows-opdrachtprompt). |