| Een commando is, in de context van computergebruik, een instructie die aan een computerprogramma of besturingssysteem wordt gegeven om een specifieke taak uit te voeren. Het doel ervan is om de computer opdracht te geven een bepaalde actie uit te voeren.
Commando's kunnen vele vormen aannemen, afhankelijk van de context:
* In een opdrachtregelinterface (CLI): Dit zijn op tekst gebaseerde instructies die door een gebruiker worden getypt. `ls` (in Unix-achtige systemen) geeft bijvoorbeeld de inhoud van een directory weer, en `dir` (in Windows) doet hetzelfde. Het doel is om rechtstreeks te communiceren met de functionaliteit van het besturingssysteem.
* In programmeertalen: Commando's (vaak instructies of instructies genoemd) zijn coderegels die de computer vertellen wat hij moet doen. Met `print("Hallo, wereld!")` in Python wordt bijvoorbeeld de tekst "Hallo, wereld!" weergegeven. op het scherm. Het doel is om de stappen binnen een programma te definiëren.
* In scripttalen: Net als bij programmeertalen worden opdrachten gebruikt om taken te automatiseren. Een bash-script kan bijvoorbeeld opdrachten bevatten om bestanden te kopiëren, programma's uit te voeren en andere bewerkingen achter elkaar uit te voeren. Het doel is om repetitieve of complexe taken te automatiseren.
* In grafische gebruikersinterfaces (GUI): Op een knop klikken, een menu-item selecteren of een bestand slepen en neerzetten zijn allemaal opdrachten. Het doel is om op een visuele manier te communiceren met applicaties en het besturingssysteem.
In wezen is het doel van een commando altijd het initiëren van een actie of een reeks acties binnen een computersysteem, ongeacht de manier waarop dit wordt uitgedrukt. |