Een UNIX -bestandssysteem bestaat uit verschillende belangrijke componenten:
1. Bestanden:
* Regelmatige bestanden: Gegevens bevatten. Dit omvat documenten, code, afbeeldingen, enz.
* Directory -bestanden: Speciale bestanden die fungeren als containers voor andere bestanden en mappen. Ze houden verwijzingen naar andere bestanden en hun metadata.
2. Inodes (indexknooppunten):
* Een unieke identificatie voor elk bestand. Het is als een tabelitem die wijst op de informatie van het bestand, inclusief:
* Bestandstype: (regelmatig, directory, enz.)
* machtigingen: (Lees, schrijven, uitvoeren voor eigenaar, groep en anderen)
* Eigenaar: (Gebruikers -ID)
* groep: (Groeps -ID)
* Tijdstempels: (Creatie, aanpassing, laatste toegang)
* Bestandsgrootte: (in bytes)
* Gegevensblokken: Aanwijzingen naar de werkelijke gegevensblokken op de schijf
3. Gegevensblokken:
* de werkelijke inhoud van het bestand.
* opeenvolgend opgeslagen op de schijf en worden verwezen door de inode.
* Elk blok heeft een vaste grootte (meestal 4KB of 8KB).
4. Metadata:
* Informatie over het bestandssysteem zelf, inclusief:
* Type bestandssysteem: (ext2, ext3, ext4, xfs, enz.)
* Mount Point: De locatie waar het bestandssysteem is gemonteerd in de mapstructuur
* vrije ruimte: De hoeveelheid beschikbare schijfruimte
* Superblock: Bevat kritieke informatie over het bestandssysteem, inclusief blokgrootte, inodusaantal en bestandssysteemtype.
5. Directorystructuur:
* Organiseert bestanden in een hiërarchische boomachtige structuur.
* root -map (/) is het hoogste niveau.
* Submappen kunnen worden gecreëerd, die een manier bieden om bestanden te groeperen en te organiseren.
6. Bestandssysteem Metadata:
* Informatie over het bestandssysteem zelf, inclusief:
* Superblock: Bevat kritieke informatie over het bestandssysteem, inclusief blokgrootte, inodusaantal en bestandssysteemtype.
* Block bitmap: Tracks welke blokken gratis zijn en die in gebruik zijn.
* inode bitmap: Tracks welke inodes gratis zijn en die in gebruik zijn.
7. Andere componenten:
* Journaling: Gebruikt om gegevensintegriteit te garanderen en te herstellen van systeemongevallen.
* Extenders: Een efficiëntere manier om bestandsgegevens op te slaan door aangrenzende blokken toe te wijzen.
* Blokgroepen: Verdeel het bestandssysteem in kleinere eenheden voor eenvoudiger beheer.
Samenvattend:
Een UNIX -bestandssysteem organiseert bestanden en gegevens op een schijf, waardoor efficiënte toegang en beheer mogelijk is. Het gebruikt inodes om bestanden en gegevensblokken weer te geven om de werkelijke inhoud vast te houden, allemaal aan elkaar gekoppeld via een hiërarchische directorystructuur. Metadata helpt bij het bijhouden van de status van het bestandssysteem en zorgen voor de integriteit ervan. |