In een UNIX -bestandssysteem wordt de informatie over de lay -out van blokken en sectoren gehouden in de superblok .
Dit is wat de superblok bevat:
* Type bestandssysteem: Geeft het type bestandssysteem aan (bijv. Ext2, ext3, ext4).
* Blokgrootte: De grootte van een blok in het bestandssysteem.
* Bloktelling: Het totale aantal blokken in het bestandssysteem.
* gratis bloktelling: Het aantal blokken dat momenteel beschikbaar is.
* Inode -telling: Het totale aantal inodes in het bestandssysteem.
* Gratis inodebeleving: Het aantal inozeen dat momenteel beschikbaar is.
* Mount Point: De map waar het bestandssysteem is gemonteerd.
* Laatste montage tijd: De laatste keer dat het bestandssysteem werd gemonteerd.
* Laatste controletijd: De laatste keer dat het bestandssysteem werd gecontroleerd op fouten.
* Pointers naar andere belangrijke gegevensstructuren: Dit omvat aanwijzingen naar de Inode -tabel, Block bitmap en andere cruciale elementen van het bestandssysteem.
Hoe het werkt:
* blokken: Gegevens in een bestand worden opgeslagen in blokken, die aaneengesloten brokken opslag zijn.
* inodes: Elk bestand heeft een inode die metagegevens opslaat over het bestand, inclusief de machtigingen, eigendom, tijdstempels en aanwijzingen naar de blokken die zijn gegevens bevatten.
* sector: Een sector is de kleinste opslageenheid op een harde schijf. Blokken bestaan uit meerdere sectoren.
De SuperBlock fungeert als een centrale map voor het bestandssysteem en biedt essentiële informatie aan de kernel over het openen en beheren van gegevens.
BELANGRIJK OPMERKING: De superblok is een kritieke gegevensstructuur. Als het wordt beschadigd, kan het bestandssysteem ontoegankelijk worden. Daarom is het belangrijk om uw bestandssysteem regelmatig te controleren en te repareren. |