Om alle bestandssystemen en de hoeveelheid gegevens die door elk ervan worden gebruikt weer te geven, kunt u de opdracht `df` gebruiken. Hier is een voorbeeld van hoe u het kunt gebruiken:
```
df-h
```
Deze opdracht geeft een lijst van alle aangekoppelde bestandssystemen op uw systeem, samen met informatie zoals de totale grootte van elk bestandssysteem, de hoeveelheid gebruikte ruimte, de hoeveelheid vrije ruimte en het koppelpunt. De optie `-h` maakt de uitvoer gemakkelijker leesbaar door de groottes weer te geven in een voor mensen leesbaar formaat (bijvoorbeeld GB, MB, enz.).
Voor meer gedetailleerde informatie over elk bestandssysteem kunt u de `-i` optie gebruiken:
```
df - hallo
```
Hierdoor wordt een extra kolom aan de uitvoer toegevoegd die het inodegebruik voor elk bestandssysteem toont. Inodes zijn de gegevensstructuren die het bestandssysteem gebruikt om bestanden en mappen bij te houden. Het inodegebruik kan u een idee geven van hoe vol een bestandssysteem is, zelfs als er nog voldoende vrije ruimte beschikbaar is. |