| Drie handige iOS-opdrachten om problemen met statische routes op te lossen zijn:
1. `toon ip-route`: Dit is het fundamentele bevel. Het toont de routeringstabel, met alle bekende routes, inclusief statische routes. U kunt hier naar uw statische route zoeken om te verifiëren dat deze aanwezig is en de status ervan controleren (bijvoorbeeld of deze actief is, of de status 'verbonden' heeft als de direct verbonden interface niet beschikbaar is). Let goed op de statistiek en het adres van de volgende hop.
2. `toon ip-interfaceoverzicht`: Deze opdracht geeft een samenvatting van de status van alle interfaces op het apparaat. Als uw statische route een specifieke interface gebruikt, kunt u snel controleren of die interface omhoog, omhoog/omhoog (zowel de fysieke laag als de datalinklaag) of omlaag is. Een down-interface zorgt ervoor dat de route niet werkt. Dit helpt bij het identificeren of het probleem te maken heeft met de routeringsconfiguratie of met een interfaceprobleem op een lager niveau.
3. `ping `: Hiermee kunt u de connectiviteit testen met een netwerk dat *alleen* via de statische route bereikbaar is. Een succesvolle ping bevestigt dat de route werkt. Een storing duidt erop dat de route zelf, het volgende apparaat of het bestemmingsnetwerk een probleem heeft. Als de `ping` mislukt, kunt u dit onderzoeken met behulp van traceroute (`traceroute `) om het foutpunt langs het pad te lokaliseren.
Met deze drie opdrachten, in combinatie gebruikt, kunt u systematisch de statische routeconfiguratie, de gezondheid van de betrokken interfaces en de bereikbaarheid van het bestemmingsnetwerk controleren. |