| De vooruitgang waardoor computers meer konden worden dan eenvoudige gegevenscalculators, was de ontwikkeling van architectuur voor opgeslagen programma's .
Vóór computers met opgeslagen programma's waren machines zoals vroege rekenmachines in wezen bedraad om specifieke berekeningen uit te voeren. Om de berekening te wijzigen, moest u de machine fysiek opnieuw bedraden of configureren.
Opgeslagen programma-architectuur, ontwikkeld door John von Neumann (hoewel anderen een belangrijke bijdrage leverden), maakte het mogelijk dat de programma-instructies zelf naast de gegevens in het geheugen van de computer werden opgeslagen. Dit betekende dat de computer gemakkelijk opnieuw kon worden geprogrammeerd door simpelweg een nieuwe reeks instructies in het geheugen te laden, waardoor hij ongelooflijk flexibel en veelzijdig werd. Deze fundamentele verschuiving stelde computers in staat een breed scala aan taken uit te voeren die verder gingen dan eenvoudige rekenkunde, en legde daarmee de basis voor modern computergebruik. |