De drie basisonderdelen van een computer zijn:
1. Hardware: Dit zijn de fysieke componenten van de computer, de dingen die u kunt aanraken. Voorbeelden zijn het toetsenbord, muis, monitor, moederbord, harde schijf en CPU.
2. Software: Dit is de set instructies die de hardware vertellen wat te doen. Het bevat het besturingssysteem (zoals Windows of MacOS), applicaties (zoals Microsoft Word of Google Chrome) en andere programma's.
3. Gegevens: Dit is de informatie die wordt opgeslagen en verwerkt door de computer. Het kan alles zijn, van tekstdocumenten en afbeeldingen tot video's en muziek.
Deze drie delen werken samen om een computerfunctie te maken. De hardware biedt het fysieke platform, de software biedt de instructies en de gegevens bieden de informatie. |