Hier is een algemeen overzicht van hoe een informatiesysteem werkt:

Gegevensverzameling: De eerste stap in een informatiesysteem is het verzamelen van gegevens uit verschillende bronnen, zoals transacties, sensoren, IoT-apparaten en externe bronnen. Deze gegevens worden verzameld met behulp van computers, scanners, mobiele apparaten en andere methoden voor gegevensverzameling.

Gegevensverwerking: De verzamelde gegevens worden vervolgens verwerkt om deze om te zetten in een bruikbare vorm. Dit omvat taken zoals het opschonen, sorteren, filteren, berekenen en samenvatten van de gegevens om betekenisvolle informatie te extraheren.

Gegevensopslag: De verwerkte gegevens worden opgeslagen in een database of datawarehouse, zodat ze gemakkelijk toegankelijk en opvraagbaar zijn. Databases worden beheerd met behulp van software die de gegevens organiseert en indexeert voor efficiënt zoeken en opvragen.

Gegevensdistributie: Zodra de gegevens zijn verwerkt en opgeslagen, worden deze gedistribueerd naar geautoriseerde gebruikers binnen de organisatie. Dit kan via verschillende kanalen, zoals rapporten, dashboards, webportals, mobiele apps en e-mailmeldingen.

Feedbacklus: Het informatiesysteem omvat ook een feedbacklus om ervoor te zorgen dat de gegevens accuraat, relevant en volledig zijn. Gebruikers kunnen feedback geven over de output van het systeem, die vervolgens kan worden gebruikt om verbeteringen aan te brengen en de algehele prestaties van het systeem te verbeteren.

De specifieke functionaliteit en processen van een informatiesysteem kunnen variëren afhankelijk van het type systeem en de specifieke eisen van de organisatie. Verschillende soorten informatiesystemen omvatten transactieverwerkingssystemen, managementinformatiesystemen, beslissingsondersteunende systemen en expertsystemen, elk ontworpen voor specifieke doeleinden en besluitvormingsniveaus binnen een organisatie.