De vier stappen die een computer volgt zijn:
Invoer: Dit is het proces waarbij gegevens in de computer worden ingevoerd. Dit kan via verschillende apparaten, zoals een toetsenbord, muis, scanner of microfoon.
Verwerking: Dit is het proces waarbij de invoergegevens in een betekenisvolle vorm worden omgezet. Dit kan worden gedaan via een verscheidenheid aan bewerkingen, zoals berekeningen, sorteren, filteren en zoeken.
Uitvoer: Dit is het proces waarbij de verwerkte gegevens aan de gebruiker worden gepresenteerd. Dit kan via verschillende apparaten, zoals een monitor, printer of luidspreker.
Opslag: Dit is het proces waarbij de verwerkte gegevens worden opgeslagen voor later gebruik. Dit kan op verschillende apparaten worden gedaan, zoals een harde schijf, flashstation of cloudopslag. |