| Windows 98, uitgebracht in 1998, bouwde voort op Windows 95 met een aantal belangrijke verbeteringen, maar behield ook enkele beperkingen vanwege het 16-bits architectuurerfgoed. Hier zijn enkele van de opvallende kenmerken:
Belangrijke verbeteringen ten opzichte van Windows 95:
* USB-ondersteuning: Native ondersteuning voor USB-apparaten was een grote stap voorwaarts, waardoor voor veel randapparatuur de noodzaak voor stuurprogramma's van derden overbodig werd.
* Verbeterde grafische ondersteuning voor AGP: Ondersteuning voor Accelerated Graphics Port (AGP) zorgde voor snellere videoprestaties, cruciaal voor opkomende 3D-games.
* Internet Explorer 4.0-integratie: Een diep geïntegreerde versie van IE4.0 zorgde voor verbeterde mogelijkheden voor surfen op het web en ActiveX-besturingsmogelijkheden, rechtstreeks binnen het besturingssysteem. Dit omvatte de kanaalbalk voor gemakkelijke toegang tot online-inhoud.
* Windows-stuurprogrammamodel (WDM): Hoewel WDM nog niet volledig geïmplementeerd was, legde het de basis voor verbeterde drivercompatibiliteit en stabiliteit in toekomstige Windows-versies.
* Ondersteuning voor grotere harde schijven: Windows 98 kon harde schijven groter dan 2 GB aan, waarmee een beperking van Windows 95 werd aangepakt.
* Systeemherstel: Dankzij een rudimentaire systeemterugdraaifunctie konden gebruikers in geval van problemen terugkeren naar een eerdere systeemstatus.
* DirectX 5/6: Biedt verbeterde ondersteuning voor games en multimediatoepassingen.
Functies overgenomen van Windows 95 (en enkele beperkingen):
* MS-DOS-compatibiliteit: Vertrouwde nog steeds op een DOS-kern, wat betekent dat het vatbaar was voor DOS-gerelateerde problemen en incompatibiliteiten.
* FAT16/FAT32-bestandssysteem: Beperkt tot deze bestandssystemen, waarbij enkele functies van NTFS ontbraken (later geïntroduceerd).
* Relatief beperkt geheugenbeheer: Vergeleken met latere 32-bits besturingssystemen waren de geheugenbeheermogelijkheden minder robuust. Dit kan tot instabiliteit leiden, vooral bij toepassingen die veel hulpbronnen gebruiken.
* Geen echte preventieve multitasking: Hoewel het leek te multitasken, was het niet zo efficiënt als een volledig preventief multitasking-besturingssysteem, wat leidde tot het vastlopen van applicaties of trage prestaties.
* Geen ingebouwde ondersteuning voor NTFS: NTFS-ondersteuning moest worden toegevoegd via een hulpprogramma van derden.
Andere opvallende kenmerken:
* Actieve desktop: Hiermee konden gebruikers hun bureaublad aanpassen met webinhoud en andere interactieve elementen.
* Verbeteringen inbelnetwerk: Verbeterde ondersteuning voor inbelverbindingen en het delen van netwerken.
* Verbeterde multimediamogelijkheden: Ondersteuning voor verschillende audio- en videoformaten verbeterd ten opzichte van Windows 95.
Kortom, Windows 98 was een belangrijke upgrade ten opzichte van Windows 95, vooral wat betreft de ondersteuning voor nieuwere hardware- en internettechnologieën. Het droeg echter nog steeds de bagage van zijn DOS-erfgoed, wat resulteerde in enkele stabiliteits- en prestatiebeperkingen vergeleken met latere, volledig 32-bits besturingssystemen. |