Open een opdrachtvenster ( Windows ) of terminal /shell venster ( Unix /Linux ) en navigeer naar de toepassing die u wilt uitvoeren . kopen van 2

om een eerste heapgrootte aangeven , draai je programma met de volgende parameters :

java - XMS
( uw aanvraag command line ) op Twitter

bijvoorbeeld om MyApp.jar lopen met een beginnend heap grootte van 64 MB , zou je rennen het als zo :

java - Xms64m - jar MyApp.jar
3

om een ​​maximale heapgrootte geven , verander je command line naar de volgende :

java - Xms - Xmx ( applicatie command line ) op Twitter

Ervan uitgaande dat we willen het voorbeeld uit stap twee te lopen met een maximale heap grootte van 128 MB , gebruikt u de volgende opdrachtregel :

java - Xms64m - Xmx128m - jar MyApp.jar

Dit zal zorgen voor de toepassing begint met een minimum van 64 MB van de heap toegewezen ruimte voor, en nooit probeert meer dan toewijzen 128 MB .
Configuratiescherm ( System Wide /Voor applets )
4

Op Windows -besturingssystemen , open je configuratiescherm ( " Start menu > Configuratiescherm " ) en vind het pictogram " Java . " ( Dit is mogelijk niet beschikbaar in eerdere versies van Java . )
5

in Java Control Panel , gaat u naar het tabblad "Java " en klik op de " View ... " button . Zult u worden gepresenteerd met een venster met een lijst van de geïnstalleerde Java Runtime Environments op uw systeem .
6

Selecteer uw primaire ( of alleen ) Java-omgeving uit de lijst en dubbelklik in de cel label " Runtime parameters . "
7

Voer de initiële en maximale heap maten indien nodig , met behulp van de parameters die in de eerste paragraaf hierboven . Bijvoorbeeld , om een ​​eerste heap grootte van 64MB en een maximum heapgrootte van 128MB te gebruiken , vul de doos met het volgende :

- Xms64m - Xmx128m
8

Klik op " OK opnieuw ' om het venster runtime omgevingen af ​​te sluiten , en op "OK " om de Java- configuratiescherm te sluiten .