Transport Layer Security (TLS) en zijn voorganger, Secure Sockets Layer (SSL), zijn cryptografische protocollen die veilige communicatie via een netwerk mogelijk maken. Ze worden vaak gebruikt om de gegevens te beschermen die worden verzonden tussen een website en de browser van een gebruiker, of tussen twee servers.
TLS en SSL werken door de gegevens die tussen twee partijen worden verzonden te versleutelen, zodat deze niet kunnen worden gelezen door iemand die deze onderschept. Ze authenticeren ook de identiteit van de betrokken partijen, zodat elke partij er zeker van kan zijn dat ze communiceren met de partij waar ze voor bedoeld zijn.
TLS is het modernere en veiligere protocol en vervangt geleidelijk SSL. SSL wordt nog steeds door veel apparaten en softwareapplicaties ondersteund, maar wordt niet langer als veilig beschouwd.
Hier zijn enkele van de belangrijkste verschillen tussen TLS en SSL:
* TLS gebruikt een veiliger versleutelingsalgoritme. TLS maakt gebruik van de Advanced Encryption Standard (AES), een veiliger coderingsalgoritme dan het coderingsalgoritme dat door SSL wordt gebruikt.
* TLS ondersteunt meer authenticatiemethoden. TLS ondersteunt verschillende authenticatiemethoden, waaronder clientcertificaten en servercertificaten. SSL ondersteunt alleen clientcertificaten.
* TLS is beter bestand tegen aanvallen. TLS is beter bestand tegen aanvallen dan SSL, zoals de man-in-the-middle-aanval.
* TLS is actueler. TLS is het meest actuele protocol en wordt regelmatig bijgewerkt met nieuwe beveiligingsfuncties. SSL wordt niet meer ontwikkeld en is niet zo veilig als TLS.
Over het geheel genomen is TLS het veiligere en betrouwbaardere protocol, en het is de aanbevolen keuze voor veilige communicatie. SSL wordt nog steeds door veel apparaten en softwareapplicaties ondersteund, maar het is belangrijk op te merken dat het niet langer als veilig wordt beschouwd.