Wanneer een gebruiker van een tekstverwerkingsprogramma een document opmaakt, verandert hij de manier waarop de tekst en andere elementen op de pagina worden gerangschikt en weergegeven. Dit kan het wijzigen van het lettertype, de lettergrootte, de tekstkleur, de regelafstand, de inspringing van alinea's en marges omvatten. Opmaak kan ook worden gebruikt om randen, kopteksten, voetteksten en watermerken aan het document toe te voegen.
Door een document op te maken, kunnen gebruikers het visueel aantrekkelijker en gemakkelijker leesbaar maken. Ze kunnen ook opmaak gebruiken om belangrijke informatie te benadrukken, een hiërarchie van informatie te creëren en een consistent uiterlijk voor het document te creëren.
Enkele van de specifieke opmaakopties die beschikbaar zijn in de meeste tekstverwerkingsprogramma's zijn:
* Lettertype: Het lettertype verwijst naar de stijl van de tekst. Er zijn veel verschillende lettertypen om uit te kiezen, elk met zijn eigen unieke look en feel.
* Lettergrootte: De lettergrootte verwijst naar de grootte van de tekst. Lettergroottes worden gemeten in punten, waarbij 12 punten de standaardgrootte is.
* Tekstkleur: De tekstkleur verwijst naar de kleur van de tekst. Gebruikers kunnen kiezen uit verschillende kleuren om het uiterlijk van hun tekst te veranderen.
* Regelafstand: De regelafstand verwijst naar de hoeveelheid ruimte tussen tekstregels. Gebruikers kunnen kiezen uit enkele regelafstand, dubbele regelafstand of aangepaste regelafstand.
* Alinea-inspringing: De alinea-inspringing verwijst naar de hoeveelheid ruimte die wordt toegevoegd aan de linker- of rechtermarge van een alinea. Gebruikers kunnen ervoor kiezen om de eerste regel van een alinea, alle regels van een alinea of geen regels van een alinea te laten inspringen.
* Marges: De marges verwijzen naar de hoeveelheid ruimte tussen de rand van het papier en de tekst. Gebruikers kunnen ervoor kiezen de marges voor de boven-, onder-, linker- en rechterkant van het document in te stellen.
Naast deze basisopmaakopties bieden de meeste tekstverwerkingsprogramma's ook een verscheidenheid aan geavanceerde opmaakfuncties, zoals:
* Randen: Gebruikers kunnen randen toevoegen aan elementen zoals tekst, alinea's en tabellen. Randen kunnen worden gebruikt om een visuele scheiding te creëren tussen verschillende elementen van het document.
* Kop- en voetteksten: Kop- en voetteksten zijn tekstblokken die bovenaan en onderaan elke pagina van het document verschijnen. Kop- en voetteksten kunnen worden gebruikt om informatie toe te voegen, zoals de documenttitel, de naam van de auteur en het paginanummer.
* Watermerken: Watermerken zijn afbeeldingen of tekst die achter de tekst op de pagina verschijnen. Watermerken kunnen worden gebruikt om een logo of andere identificerende informatie aan het document toe te voegen.
Opmaak is een belangrijk onderdeel van het maken van een professioneel ogend document. Door gebruik te maken van de opmaakopties die beschikbaar zijn in hun tekstverwerkingsprogramma, kunnen gebruikers documenten maken die gemakkelijk te lezen, visueel aantrekkelijk en consistent zijn met het beoogde doel. |