1. Verlaag het compressieniveau. Bij het opslaan van een JPEG-afbeelding kunt u een compressieniveau kiezen. Hoe hoger het compressieniveau, hoe kleiner de bestandsgrootte zal zijn, maar de beeldkwaliteit zal ook lager zijn. Kies een lager compressieniveau om wazigheid te verminderen.
2. Gebruik een afbeelding met een hogere resolutie. Als u een afbeelding met een lage resolutie heeft, zal het moeilijker zijn om wazigheid te verminderen. Probeer in plaats daarvan een afbeelding met een hogere resolutie te gebruiken.
3. Verscherp het beeld. U kunt een fotobewerkingsprogramma gebruiken om de afbeelding scherper te maken, waardoor wazigheid kan worden verminderd.
4. Gebruik een filter voor ruisonderdrukking. U kunt een fotobewerkingsprogramma gebruiken om een ruisonderdrukkingsfilter op de afbeelding toe te passen, waardoor een deel van de wazigheid kan worden weggenomen.
5. Converteer de afbeelding naar een ander formaat. JPEG is een verliesgevend afbeeldingsformaat, wat betekent dat een deel van de afbeeldingsgegevens verloren gaat wanneer de afbeelding wordt gecomprimeerd. Mogelijk wilt u proberen de afbeelding naar een ander formaat te converteren, zoals PNG of TIFF, beide verliesvrije afbeeldingsindelingen. |