Het deel van een softwareprogramma dat onafhankelijk van het hele programma kan worden uitgevoerd, wordt een -module genoemd of subroutine .
Hier is een uitsplitsing van waarom:
* modules: Dit zijn zelfstandige code-eenheden die specifieke taken uitvoeren. Ze hebben hun eigen set variabelen, functies en gegevensstructuren. Ze kunnen worden gebruikt en hergebruikt in verschillende delen van het programma of zelfs in andere programma's. Dit bevordert codeorganisatie, herbruikbaarheid en onderhoudbaarheid.
* subroutines: Dit zijn kleinere, meer gespecialiseerde code -eenheden in een module. Ze zijn ontworpen om specifieke taken uit te voeren en een waarde of resultaat terug te geven aan het hoofdprogramma. Ze worden vaak "functies" of "procedures" genoemd.
Voorbeelden:
* Module: Een module voor het verwerken van gebruikersinvoer, een module voor database -interactie of een module voor grafische weergave.
* subroutine: Een functie om de vierkantswortel van een nummer te berekenen, een procedure om een welkomstbericht of een functie weer te geven om de invoer van de gebruikers te valideren.
Belangrijke punten over modules en subroutines:
* Onafhankelijke uitvoering: Ze kunnen onafhankelijk worden getest en foutopsporing.
* herbruikbaarheid: Ze kunnen worden gebruikt in verschillende delen van het programma of zelfs in andere programma's.
* modulariteit: Ze helpen grote programma's op te splitsen in kleinere, beheersbare eenheden, het verbeteren van de codeorganisatie en onderhoudbaarheid.
Laat het me weten als je meer details wilt over specifieke soorten modules of subroutines! |