Bronnentoewijzer:
Het besturingssysteem fungeert als brontoewijzer door verschillende systeembronnen, zoals CPU-tijd, geheugen, apparaten en bestanden, te beheren en toe te wijzen. Het zorgt ervoor dat deze middelen efficiënt en eerlijk worden verdeeld over verschillende gebruikers en processen. Hier ziet u hoe het besturingssysteem de toewijzing van bronnen uitvoert:
- CPU-planning :Het besturingssysteem bepaalt welk proces op een bepaald moment op de CPU moet draaien. Het maakt gebruik van planningsalgoritmen om de volgorde van procesuitvoering te bepalen, waardoor een efficiënt gebruik van de CPU wordt gegarandeerd.
- Geheugenbeheer :Het besturingssysteem beheert de toewijzing en de toewijzing van geheugen aan verschillende processen. Het houdt het beschikbare geheugen bij en wijst dit indien nodig toe aan processen.
- Apparaatbeheer :het besturingssysteem regelt de toegang tot apparaten zoals printers, scanners en opslageenheden. Het zorgt ervoor dat meerdere processen deze apparaten zonder conflicten kunnen gebruiken.
- Bestandsbeheer :het besturingssysteem organiseert en beheert bestanden op opslagapparaten. Het biedt mechanismen voor het maken, verwijderen, lezen en schrijven van bestanden, en voor het controleren van de toegang daartoe.
Besturingsprogramma's:
Het besturingssysteem bestaat ook uit besturingsprogramma's die de algehele werking van het systeem bewaken en beheren. Deze programma's omvatten:
- Taakplanner :De taakplanner is verantwoordelijk voor het beheer van de uitvoering van gebruikerstaken of -processen. Het accepteert taken van gebruikers, plaatst ze in een wachtrij en plant de uitvoering ervan op basis van verschillende factoren, zoals prioriteit en beschikbaarheid van bronnen.
- Procesmanager :De procesmanager houdt toezicht op de uitvoering van processen en zorgt voor een goede uitvoering en beëindiging ervan. Het creëert en beëindigt processen, wijst middelen toe en zorgt voor processynchronisatie en communicatie.
- Geheugenbeheer :De geheugenbeheerder is verantwoordelijk voor het beheer van de toewijzing en de toewijzing van geheugen aan verschillende processen. Het houdt het beschikbare geheugen bij, verwerkt fragmentatie en zorgt voor efficiënt geheugengebruik.
- Apparaatbeheer :De apparaatbeheerder beheert de toewijzing en de toewijzing van apparaten aan processen. Het zorgt ervoor dat apparaten efficiënt worden gebruikt, lost conflicten op tussen processen die strijden om hetzelfde apparaat en handelt apparaatstoringen af.
- Bestandsbeheer :Bestandsbeheer organiseert en beheert bestanden op opslagapparaten. Het biedt mechanismen voor het maken, verwijderen, lezen en schrijven van bestanden, en voor het controleren van de toegang daartoe. |