De ACT (American College Testing) is een gestandaardiseerde test die wordt gebruikt voor toelating tot universiteiten in de Verenigde Staten. Het meet de vaardigheden van een student op het gebied van Engels, wiskunde, lezen en wetenschappelijk redeneren. De ACT is een van de twee meest gebruikte toelatingstests voor universiteiten, samen met de SAT.
Het doel van de ACT is om hogescholen en universiteiten te voorzien van informatie over de academische vaardigheden van een student en de bereidheid om op universitair niveau te werken. De ACT-scores worden door toelatingsfunctionarissen gebruikt om beslissingen te nemen over welke studenten ze tot hun school toelaten.
De ACT is een meerkeuzetoets die uit vier onderdelen bestaat:Engels, wiskunde, lezen en wetenschappelijk redeneren. Het Engelse gedeelte test het vermogen van een student om teksten te lezen en te begrijpen, evenals zijn vermogen om effectief te schrijven. Het wiskundegedeelte test de kennis van een student op het gebied van algebra, meetkunde en trigonometrie. Het leesgedeelte test het vermogen van een student om teksten te begrijpen en te analyseren. De sectie Wetenschappelijk redeneren test het vermogen van een student om wetenschappelijke principes toe te passen en problemen op te lossen.
De ACT wordt gescoord op een schaal van 1 tot 36, met een samengestelde score die het gemiddelde is van de vier sectiescores. De samengestelde score wordt door hogescholen en universiteiten gebruikt om toelatingsbeslissingen te nemen.
De ACT is een belangrijke test voor studenten die van plan zijn om naar de universiteit te gaan. Het is een manier voor studenten om hogescholen en universiteiten te laten zien dat zij over de academische vaardigheden en kennis beschikken die nodig zijn voor succes op de universiteit. |