SQL biedt een breed scala aan wiskundige functies om verschillende berekeningen op numerieke gegevens uit te voeren. Hier volgen enkele veelgebruikte wiskundige functies in SQL:
1. ABS :Berekent de absolute waarde (positieve grootte) van een getal.
Syntaxis:ABS(numerieke_expressie)
2. ACOS :Berekent de arccosinus (inverse cosinus) van een getal in radialen.
Syntaxis:ACOS(numerieke_expressie)
3. ASIN :Berekent de boogsinus (inverse sinus) van een getal in radialen.
Syntaxis:ASIN(numerieke_expressie)
4. ATAN :Berekent de boogtangens (inverse tangens) van een getal in radialen.
Syntaxis:ATAN(numerieke_expressie)
5. ATAN2 :Berekent de boogtangens (inverse tangens) van twee getallen, waarbij zowel de y-coördinaat als de x-coördinaat in aanmerking worden genomen.
Syntaxis:ATAN2(y_coördinaat, x_coördinaat)
6. CEIL :Rondt een getal naar boven af op het dichtstbijzijnde gehele getal.
Syntaxis:CEIL(numerieke_expressie)
7. COS :Berekent de cosinus van een hoek gespecificeerd in radialen.
Syntaxis:COS(numerieke_expressie)
8. Kinderbedje :Berekent de cotangens (inverse tangens) van een hoek in radialen.
Syntaxis:COT(numerieke_expressie)
9. GRADEN :Converteert een hoek van radialen naar graden.
Syntaxis:GRADEN(numerieke_expressie)
10. EXP :Berekent de exponentiële grondtal-e van een getal.
Syntaxis:EXP(numerieke_expressie)
11. VLOER :Rondt een getal naar beneden af op het dichtstbijzijnde gehele getal.
Syntaxis:FLOOR(numerieke_expressie)
12. LN :Berekent de natuurlijke logaritme (logaritme met grondtal e) van een getal.
Syntaxis:LN(numerieke_expressie)
13. LOG :Berekent de logaritme met grondtal 10 van een getal.
Syntaxis:LOG(numerieke_expressie)
14. MOD :Vindt de rest van het delen van het ene getal door het andere.
Syntaxis:MOD(deeldeel; deler)
15. PI :Retourneert de waarde van de wiskundige constante π (ongeveer 3,14159).
Syntaxis:PI()
16. POW :Verheft een getal tot een bepaalde macht.
Syntaxis:POW(basis; exponent)
17. RADIANEN :Converteert een hoek van graden naar radialen.
Syntaxis:RADIANS(numerieke_expressie)
18. RAND :Genereert een willekeurig getal tussen 0 en 1.
Syntaxis:RAND()
19. RONDE :rondt een getal af op een opgegeven aantal decimalen.
Syntaxis:ROUND(numerieke_expressie, decimale_plaatsen)
20. TEKEN :bepaalt of een getal positief, negatief of nul is.
Syntaxis:SIGN(numerieke_expressie)
21. ZONDE :Berekent de sinus van een hoek gespecificeerd in radialen.
Syntaxis:SIN(numerieke_expressie)
22. SQRT :Berekent de vierkantswortel van een getal.
Syntaxis:SQRT(numerieke_expressie)
23. TAN :Berekent de tangens van een hoek gespecificeerd in radialen.
Syntaxis:TAN(numerieke_expressie)
24. AFKNOPEN :Kapt een getal af tot een bepaald aantal decimalen.
Syntaxis:TRUNCATE(numerieke_expressie; decimale_plaatsen)
Deze wiskundige functies kunnen worden gebruikt in verschillende SQL-instructies, zoals SELECT, WHERE en ORDER BY, om berekeningen uit te voeren en numerieke gegevens te manipuleren. |