Gegevens in een spreadsheet zijn de informatie Je bewaart en werkt mee. Zie het als de bouwstenen van uw spreadsheet. Het kan alles zijn van:
Nummers:
* Verkoopcijfers
* Budgetbedragen
* Inventaris telt
tekst:
* Productnamen
* Klantadressen
* Opmerkingen en beschrijvingen
Datums en tijden:
* Besteldatums
* Meeting Times
* Project Deadlines
formules:
* Berekeningen die gegevens combineren om nieuwe resultaten te behalen (bijv. `=Som (A1:A5)` om cellen A1 tot A5 op te tellen)
afbeeldingen en andere media:
* Visuele representaties van gegevens (bijv. Grafieken)
* Productfoto's
* Logos
Key Concepts:
* cellen: De afzonderlijke vakken in een spreadsheet waar gegevens worden ingevoerd.
* rijen en kolommen: Rijen gaan horizontaal, kolommen gaan verticaal. Ze helpen bij het organiseren van gegevens.
* werkbladen: Meerdere vellen binnen een spreadsheet, zoals pagina's in een notebook.
Belang:
Gegevens in een spreadsheet zijn cruciaal voor:
* informatie organiseren en analyseren.
* Berekeningen uitvoeren en inzichten genereren.
* het maken van rapporten en visualisaties.
* Geïnformeerde beslissingen nemen op basis van gegevens.
Voorbeeld:
Stel je een spreadsheet voor voor een bakkerij:
* kolom A: Productnaam (tekst)
* kolom B: Prijs per item (cijfers)
* kolom C: Verkochte hoeveelheid (nummers)
* kolom D: Totale omzet (formule:`=b2*c2`))
Deze spreadsheet organiseert bakkerijgegevens, maakt berekeningen (totale verkoop) mogelijk en biedt een duidelijk overzicht van verkoopprestaties. |