1. Numerieke gegevens: Dit omvat getallen, percentages en andere kwantitatieve waarden. Voorbeelden:verkoopcijfers, leeftijden, prijzen, metingen.

2. tekstgegevens: Dit omvat woorden, zinnen en andere niet-numerieke informatie. Voorbeelden:klantnamen, productbeschrijvingen, adressen, datums geschreven als tekst (bijv. "1 januari 2024").

3. Datum- en tijdgegevens: Dit vertegenwoordigt specifiek datums en tijden, vaak opgemaakt om gemakkelijk te worden begrepen. Voorbeelden:verjaardagen, vergadertijden, deadlines.

Hoewel dit de meest voorkomende is, kunnen spreadsheets ook andere gegevenstypen verwerken, afhankelijk van de gebruikte software.