In een spreadsheet zijn er een paar manieren om te bepalen of een getal rechtstreeks in een cel is ingevoerd of dat het het resultaat is van een formule.
1. Zoek naar de aanwezigheid van een gelijkteken (=). Als een cel een gelijkteken bevat, betekent dit dat deze een formule bevat. De cel "=A1+B1" bevat bijvoorbeeld een formule die de waarden in de cellen A1 en B1 optelt.
2. Controleer de opmaak van de cel. Als een cel is opgemaakt als een getal, bevat deze waarschijnlijk een getal dat rechtstreeks in de cel is ingevoerd. Als een cel echter is opgemaakt als een tekstreeks, is het mogelijk dat deze een formule bevat die een tekstreeks retourneert. De cel '='Hallo wereld'' bevat bijvoorbeeld een formule die de tekstreeks 'Hallo wereld' retourneert.
3. Gebruik de formule-evaluatietool. De meeste spreadsheets hebben een formule-evaluatietool waarmee u kunt zien hoe een formule wordt berekend. Dit hulpmiddel kan nuttig zijn om te begrijpen hoe een formule werkt en om eventuele fouten in de formule te identificeren.
Hier is een tabel met een samenvatting van de verschillende manieren om te bepalen of een getal rechtstreeks in een cel is ingevoerd of dat het het resultaat is van een formule:
| Kenmerkend | Direct invoeren | Formule |
|---|---|---|
| Gelijkteken (=) | Nee | Ja |
| Celopmaak | Nummer | Tekstreeks |
| Formule-evaluatietool | Niet nodig | Handig om te begrijpen hoe de formule werkt |
Door deze tips te volgen, kunt u gemakkelijk zien of een getal rechtstreeks in een cel is ingevoerd of dat dit het resultaat is van een formule in een spreadsheet. |