1. Kleurcodering:
Selecteer de cellen die u wilt benadrukken en pas verschillende kleuren toe. Dit is de eenvoudigste manier om belangrijke informatie te benadrukken en te laten opvallen.
2. Voorwaardelijke opmaak:
Gebruik voorwaardelijke opmaak om automatisch kleur of andere visuele aanwijzingen op cellen toe te passen op basis van bepaalde criteria. U kunt bijvoorbeeld alle cellen markeren die zich boven of onder een bepaalde drempelwaarde bevinden.
3. Gegevensbalken:
Gegevensbalken zijn kleine kleurgecodeerde balken die aan cellen worden toegevoegd om de relatieve waarde van de gegevens van de cel visueel weer te geven. Ze kunnen vooral nuttig zijn bij het vergelijken van gegevens over rijen of kolommen.
4. Kleurschalen:
Kleurschalen zijn vergelijkbaar met gegevensbalken, maar gebruiken een kleurverloop om gegevens weer te geven. Ze kunnen worden gebruikt om trends en patronen in de gegevens te visualiseren.
5. Sparklines:
Sparklines zijn kleine diagrammen die in cellen zijn ingebed. Ze kunnen snel de trend of variatie in gegevens in de loop van de tijd of categorieën weergeven.
6. Pictogrammen:
Pictogrammen zijn kleine afbeeldingen die aan cellen kunnen worden toegevoegd om visuele aanwijzingen over de gegevens te geven. U kunt bijvoorbeeld een groen vinkje gebruiken om een voltooide taak aan te geven of een rood X-pictogram om een fout aan te geven.
7. Celstijlen:
Excel biedt een verscheidenheid aan ingebouwde celstijlen die kunnen worden toegepast om het uiterlijk van een werkblad te verbeteren. U kunt de celstijlen vinden in het dialoogvenster "Cellen opmaken" (Ctrl + 1).
8. Grenzen:
Randen kunnen aan cellen of groepen cellen worden toegevoegd om gegevens te scheiden en te ordenen. U kunt verschillende lijnstijlen, kleuren of diktes gebruiken om het gewenste effect te creëren.
9. Lettertypeopmaak:
Het wijzigen van het lettertype, de grootte, de stijl of de kleur van de tekst kan ook het uiterlijk van uw werkblad verbeteren en ervoor zorgen dat bepaalde gegevens opvallen.
10. Deelvensters bevriezen:
Door vensters te bevriezen, kunt u bepaalde rijen of kolommen te allen tijde zichtbaar houden terwijl u door een groot werkblad bladert. Dit kan handig zijn als u naar specifieke informatie wilt verwijzen terwijl u met andere delen van het werkblad werkt.
11. Rasterlijnen verbergen:
Als de rasterlijnen afleidend of onnodig zijn, kunt u ze uitschakelen door op het tabblad 'Weergave' in het lint te klikken en de optie 'Rasterlijnen' uit te schakelen.
12. Aangepaste nummeropmaak:
Excel biedt verschillende opties voor getalopmaak die gegevens leesbaarder kunnen maken. U kunt het aantal decimalen wijzigen, valutasymbolen gebruiken of andere opmaakstijlen toepassen.
Door deze technieken te combineren, kunt u visueel aantrekkelijke en informatieve werkbladen maken die uw gegevens effectief communiceren. |