In een spreadsheet zijn gegevens georganiseerd in een raster van cellen. Elke cel kan tekst, getallen of formules bevatten. Cellen kunnen ook worden opgemaakt om het uiterlijk van de gegevens te wijzigen, zoals het lettertype, de kleur of de uitlijning.
Rijen en kolommen
Rijen en kolommen zijn de twee belangrijkste manieren om cellen in een spreadsheet te identificeren. Rijen zijn genummerd aan de linkerkant van het werkblad en kolommen zijn bovenaan van letters voorzien. De cel in de tweede rij en derde kolom wordt bijvoorbeeld geïdentificeerd als B2.
Celbereiken
Een celbereik is een groep cellen die aan elkaar grenzen. Celbereiken kunnen worden geselecteerd door met de muis over de gewenste cellen te klikken en te slepen. Het bereik B2:D5 omvat bijvoorbeeld alle cellen in de tweede, derde en vierde rij, en de derde, vierde en vijfde kolom.
Formules
Formules zijn berekeningen die kunnen worden uitgevoerd op de gegevens in een spreadsheet. Formules beginnen met een gelijkteken (=), gevolgd door de berekening. De formule '=B2+C2' telt bijvoorbeeld de waarden in de cellen B2 en C2 op en retourneert het resultaat in de cel waarin de formule is ingevoerd.
Gegevensopmaak
Gegevensopmaak kan worden gebruikt om de weergave van de gegevens in een spreadsheet te wijzigen. Opmaakopties omvatten het wijzigen van het lettertype, de kleur, de uitlijning en de getalnotatie. Opmaak kan worden toegepast op afzonderlijke cellen, celbereiken of hele kolommen en rijen.
Door rijen, kolommen, celbereiken, formules en gegevensopmaak te gebruiken, kunnen spreadsheets worden gebruikt om gegevens op verschillende manieren te ordenen en te manipuleren. |