ISO A-serie van de papierformaten zijn internationale standaardpapierformaten gedefinieerd door de International Organization for Standardization (ISO). Deze formaten zijn gebaseerd op de DIN 476-standaard, ontwikkeld in Duitsland in 1922 en worden in veel landen over de hele wereld veel gebruikt.
Het bepalende kenmerk van de ISO A-serie is dat elk formaat een beeldverhouding heeft van √2 (ongeveer 1:1,414). Deze verhouding zorgt ervoor dat wanneer een vel papier dubbelgevouwen wordt, het resulterende vel dezelfde beeldverhouding heeft als het origineel. Deze eigenschap is belangrijk voor het behouden van verhoudingen in documenten en afbeeldingen.
De papierformaten uit de A-serie worden aangeduid met de letter "A", gevolgd door een cijfer. De meest gebruikte maten in de A-serie zijn:
- A0: 841 x 1189 mm (33,11 x 46,81 inch)
- A1: 594 × 841 mm (23,39 × 33,11 inch)
- A2: 420 x 594 mm (16,54 x 23,39 inch)
- A3: 297 x 420 mm (11,69 x 16,54 inch)
- A4: 210 x 297 mm (8,27 x 11,69 inch)
- A5: 148 x 210 mm (5,83 x 8,27 inch)
Elke volgende maat in de A-serie wordt verkregen door de langere zijde van de vorige maat te halveren. A1 wordt bijvoorbeeld verkregen door de langere zijde van A0 te halveren, en A3 wordt verkregen door de langere zijde van A2 te halveren.
De papierformaten uit de ISO A-serie worden veel gebruikt voor verschillende toepassingen, waaronder afdrukken, schrijven en grafisch ontwerp. Hun consistente beeldverhouding maakt het eenvoudig schalen, vouwen en reproduceren van documenten mogelijk, terwijl de verhoudingen van de originele inhoud behouden blijven. |