Op afstand toegang tot op afstand tot op afstand kunnen worden verwezen door verschillende termen, afhankelijk van de specifieke context en de gebruikte methode:
Algemene voorwaarden:
* externe toegang - De meest algemene term, die elke methode omvat om toegang te krijgen tot een computer vanaf een andere locatie.
* afstandsbediening - impliceert de mogelijkheid om de externe computer te besturen alsof je ervoor zit.
* externe management - Richt zich op het beheren en beheren van een externe computer, meestal gebruikt voor IT -taken.
Specifieke methoden:
* Remote Desktop - Een softwaretoepassing waarmee u een bureaublad van een externe computer kunt zien en communiceren.
* ssh (beveiligde shell) - Een beveiligd protocol dat wordt gebruikt voor externe toegang, bestandsoverdracht en opdrachtuitvoering.
* VPN (virtueel privénetwerk) - Maakt een veilige verbinding tussen uw apparaat en een externe server, zodat u toegang hebt tot bronnen alsof u op hetzelfde netwerk zit.
* rdp (extern desktopprotocol) - Een Microsoft -protocol dat speciaal is ontworpen voor externe desktoptoegang.
* VNC (Virtual Network Computing) - Een protocol voor het delen van externe desktop, vaak gebruikt voor toegang tot Linux -systemen.
De beste term om te gebruiken hangt af van de specifieke situatie. Als u het hebt over het simpelweg toegang tot de bestanden van een externe computer, is "Remote Access" voldoende. Als u het beheersing van het bureaublad van de externe computer bespreekt, is "Remote Desktop" of "Remote Control" nauwkeuriger.
Daarnaast zijn er verschillende gespecialiseerde tools en technieken die worden gebruikt voor specifieke doeleinden, zoals externe administratie, monitoring op afstand en probleemoplossing op afstand. |