Het bepalen van de fase van de levenscyclus van een informatiesysteem hangt af van de specifieke gebruikte methodologie (bijvoorbeeld Waterval, Agile, Spiraal). Enkele gemeenschappelijke indicatoren in alle methodologieën kunnen echter helpen bij het identificeren van de fase:
Algemene indicatoren die van toepassing zijn op de meeste methodologieën:
* Planning en initiatie: Deze fase richt zich op het definiëren van het doel, de reikwijdte, de doelstellingen en de haalbaarheid van het systeem. Zoek naar:
* Projectcharter of voorsteldocumenten
* Business case rechtvaardiging
* Stakeholderanalyse en vereistenverzameling van documentatie (eerste versies)
* Systeemarchitectuurdiagrammen op hoog niveau
* Budget- en tijdlijnschattingen
* Analyse en ontwerp: Deze fase omvat het verzamelen van gedetailleerde vereisten, het systeemontwerp en het databaseontwerp. Zoek naar:
* Gedetailleerd document met vereistenspecificaties (use cases, gebruikersverhalen, enz.)
* Systeemontwerpdocumenten (architectuurdiagrammen, datastroomdiagrammen, interfaceontwerpen)
* Databaseschema-ontwerp
* Prototypes of mockups
* Implementatie/ontwikkeling: Hier wordt het eigenlijke systeem gebouwd. Zoek naar:
* Codeontwikkeling (zichtbaar in repositories)
* Unit-testresultaten
* Integratietestplannen en resultaten
* Ontwikkelomgeving instellen
* Voortgangsrapporten die ontwikkelingsmijlpalen bijhouden
* Testen: Dit omvat strenge tests om de kwaliteit, functionaliteit en veiligheid te garanderen. Zoek naar:
* Testplannen en testgevallen
* Testresultaten en bugrapporten
* Plannen en resultaten voor gebruikersacceptatietests (UAT).
* Prestatietestresultaten
* Beveiligingstestresultaten
* Implementatie: Deze fase richt zich op het vrijgeven van het systeem aan eindgebruikers. Zoek naar:
* Implementatieplannen en scripts
* Trainingsmateriaal voor gebruikers
* Go-live-datum
* Uitrolstrategie (gefaseerde uitrol, big bang, etc.)
* Onderhoud en bediening: Dit is doorlopende ondersteuning en updates na de implementatie. Zoek naar:
* Onderhoudsschema's en -procedures
* Monitoringtools en dashboards
* Bugfixes en patches
* Systeemupdates en upgrades
* Prestatiebewakingsgegevens
Methodologiespecifieke indicatoren:
* Waterval: De fasen zijn opeenvolgend en goed gedefinieerd. De voortgang wordt doorgaans gevolgd door voltooiing van elke fase met formele ondertekening.
* Agile (Scrum, Kanban): Vooruitgang is iteratief en incrementeel. Zoek naar sprints, gebruikersverhalen in verschillende fasen (to-do, in-progress, done), burndown-grafieken en dagelijkse notulen van stand-upvergaderingen.
* Spiraal: Iteratief en risicogericht. Zoek bij elke iteratie naar documentatie over risicobeoordelingen en naar beslissingen op basis van risicobeperkende strategieën.
Andere aanwijzingen:
* Communicatie: De taal die in de projectcommunicatie wordt gebruikt, weerspiegelt het podium. In de eerste fasen zal de nadruk liggen op concepten op hoog niveau, in latere fasen zullen meer technische details worden opgenomen.
* Artefacten: De soorten documenten en deliverables die zijn gemaakt (bijvoorbeeld vereistendocumenten, ontwerpspecificaties, testrapporten) geven de huidige fase aan.
* Teamrollen: De betrokkenheid van verschillende rollen (bijvoorbeeld bedrijfsanalisten, ontwikkelaars, testers, implementatiespecialisten) verandert in verschillende fasen.
Door deze indicatoren te onderzoeken, kunt u een duidelijk inzicht krijgen in waar een informatiesysteem zich momenteel in zijn levenscyclus bevindt. Vergeet niet om rekening te houden met de gebruikte methodologie bij het interpreteren van deze indicatoren. |