Het hulpmiddel "Actie" in Microsoft PowerPoint is een krachtige functie waarmee u interactiviteit kunt toevoegen aan uw presentaties. Dit is wat je laat doen:
1. Hyperlinks:
* Navigeer naar een specifieke dia: U kunt een vorm, afbeelding of tekst instellen om in uw presentatie naar een andere dia te springen.
* Open een bestand: Link naar een document, afbeelding of ander bestand op uw computer of netwerk.
* Open een webpagina: Maak verbinding met een website of specifieke webpagina.
* Speel een geluid: Voeg een audiobestand toe dat moet worden gespeeld wanneer het object wordt geklikt.
2. Animaties:
* Voer een animatie uit: U kunt een object instellen om een aangepaste animatie bij klik te activeren.
* speel een film: Voeg een videobestand toe en laat het spelen op de klik.
3. Andere acties:
* Voer een macro uit: Als u een macro hebt gemaakt, kunt u deze koppelen aan een object.
* Voer een programma uit: Start een extern programma vanuit uw presentatie.
Hoe de actietool te gebruiken:
1. Selecteer het object: Kies de vorm, afbeelding of tekstvak die u wilt koppelen.
2. Toegang tot de actie -instellingen:
* Klik met de rechtermuisknop: Klik op het object en selecteer "Actie -instellingen" in het menu.
* Formaatvenster: Selecteer op het tabblad "Formaat" "Actie -instellingen" in de groep "Sleegopties".
3. Kies een actie: Selecteer het gewenste actietype uit de lijst.
4. Stel de link in: Afhankelijk van de actie moet u het doelwit opgeven (dia, bestand, website, enz.).
5. Klik op "Toepassen" of "OK" om uw instellingen op te slaan.
tips:
* Actie-instellingen zijn objectspecifiek: Elk object kan zijn eigen actie -instellingen hebben.
* Duidelijke acties: U kunt de actie -instellingen voor een object wissen door "geen" te selecteren in het dialoogvenster Actie -instellingen.
* aanpasbare pictogrammen: U kunt de pictogrammen aanpassen die op de objecten verschijnen om hun actie aan te geven.
Door de actietool effectief te gebruiken, kunt u meer boeiende en interactieve presentaties maken die uw publiek door de informatie begeleiden en erbij betrokken houden. |