De CTRL -toets, in combinatie met andere toetsen, biedt een verscheidenheid aan snelkoppelingen en functies in PowerPoint. Hier zijn enkele van de meest voorkomende toepassingen:
Navigatie:
* ctrl + n: Maak een nieuwe presentatie.
* ctrl + o: Open een bestaande presentatie.
* ctrl + s: Sla de huidige presentatie op.
* Ctrl + P: Druk de presentatie af.
* Ctrl + Z: Maak de laatste actie ongedaan.
* ctrl + y: Voer de laatste actie opnieuw uit.
* ctrl + a: Selecteer alle objecten op de dia.
* Ctrl + Home: Ga naar het begin van de presentatie.
* ctrl + einde: Ga naar het einde van de presentatie.
* ctrl + pagina omhoog: Ga naar de vorige dia.
* ctrl + pagina omlaag: Ga naar de volgende dia.
Opmaak:
* Ctrl + B: Vetgedrukte geselecteerde tekst.
* ctrl + i: Cursieve geselecteerde tekst.
* ctrl + u: Onderstreep geselecteerde tekst.
* ctrl + shift +>: Verhoog de lettergrootte.
* ctrl + shift + <: Verminder de lettergrootte.
* ctrl + 1: Breng kop van 1 stijl aan.
* Ctrl + 2: Toepassing 2 -stijl toe.
Andere:
* Ctrl + C: Kopieer geselecteerde objecten.
* ctrl + x: Geselecteerde objecten knippen.
* Ctrl + V: Paste gekopieerde of gesneden objecten.
* ctrl + d: Dubbele geselecteerde objecten.
* ctrl + g: Groep geselecteerde objecten.
* ctrl + u: Niet -groepen geselecteerde objecten.
* ctrl + shift + f: Zoek en vervang tekst.
* Ctrl + F1: Toon/verbergen het lint.
* Ctrl + F5: Start de diavoorstelling.
Belangrijke opmerking: Sommige van deze snelkoppelingen kunnen anders werken, afhankelijk van uw versie van PowerPoint of besturingssysteem.
Vergeet niet dat het leren van deze snelkoppelingen uw werk in PowerPoint aanzienlijk kan versnellen. |