Een document, ongeacht of het is gemaakt met een tekstverwerker, spreadsheet-editor of een ander computerprogramma, wordt aanvankelijk opgeslagen in het tijdelijke of willekeurig toegankelijke geheugen (RAM) van de computer. RAM wordt door de processor (CPU) van de computer gebruikt om tijdelijk gegevens en instructies vast te houden en ermee te werken. Terwijl u aan het document werkt, wordt de inhoud in het RAM opgeslagen, zodat de CPU deze snel kan openen en bewerken.
Wanneer u het document voor de eerste keer opslaat, vraagt de toepassing (bijvoorbeeld Microsoft Word, Excel) u een locatie op het opslagapparaat van uw computer (meestal een harde schijf of SSD) te kiezen om het bestand op te slaan. Nadat u de gewenste bestandsnaam hebt opgegeven en op de optie "Opslaan" of "Opslaan als" hebt geklikt, schrijft de toepassing de inhoud van het document vanuit het RAM naar de opgegeven opslaglocatie op de harde schijf.
Volgende wijzigingen in het document worden aangebracht in hetzelfde bestand dat op uw harde schijf is opgeslagen. Standaard slaan de meeste toepassingen, inclusief tekstverwerkers en spreadsheeteditors, uw wijzigingen automatisch met regelmatige tussenpozen op. Het is echter raadzaam om periodiek een handmatige opslag uit te voeren met de sneltoets "Opslaan" of "Ctrl + S" om ervoor te zorgen dat uw werk veilig wordt opgeslagen in het geval van onvoorziene softwarecrashes of stroomuitval.
Door uw document op een aangewezen locatie op het opslagapparaat op te slaan, blijft het voor onbepaalde tijd bestaan, zelfs nadat u de toepassing sluit of de computer afsluit. U kunt het opgeslagen document vervolgens op een later tijdstip ophalen, openen en verder wijzigen. |