U drukt opstrijkpatronen niet rechtstreeks *in* Photoshop af. Photoshop is een beeldbewerkingsprogramma, geen printerstuurprogramma. Het creëert het afbeeldingsbestand; een printer of printservice zorgt voor het daadwerkelijke afdrukken op het transferpapier.
Hier is het proces:
1. Ontwerp uw afbeelding in Photoshop: Maak uw ontwerp in Photoshop. Het is van cruciaal belang dat u rekening houdt met deze instellingen:
* Beeldmodus: Gebruik CMYK kleurmodus. Het meeste opstrijkpapier wordt afgedrukt met CMYK en niet met RGB. Afdrukken in RGB kan resulteren in doffe of onnauwkeurige kleuren op de overdracht.
* Oplossing: Streef naar een hoge resolutie, minimaal 300 DPI (dots per inch). Dit zorgt voor een scherp, helder beeld op de transfer. Lagere resoluties zien er wazig of korrelig uit.
* Spiegelafbeelding: Dit is cruciaal. Voordat u afdrukt, MOET u uw afbeelding horizontaal spiegelen (omdraaien). Opstrijktransfers worden ondersteboven aangebracht, dus u moet de afbeelding omdraaien om er zeker van te zijn dat deze correct wordt afgedrukt. Photoshop heeft een functie om uw afbeelding horizontaal te spiegelen.
* Kleurprofiel: Gebruik een kleurprofiel dat geschikt is voor uw transferpapier en printer. Raadpleeg de instructies van de fabrikant voor aanbevelingen.
2. Kies uw transferpapier: Selecteer opstrijktransferpapier dat compatibel is met uw printer (inkjet of laser). Verschillende papiersoorten vereisen verschillende afdrukinstellingen. Lees de instructies van de fabrikant zorgvuldig.
3. Druk uw afbeelding af:
* Printerinstellingen: Selecteer uw printer en zorg ervoor dat deze correct is geconfigureerd voor uw type transferpapier. Het printerstuurprogramma bevat instellingen voor het papiertype en de kwaliteit. Kies de beste instelling voor uw papier; meestal werkt 'foto' of 'hoge kwaliteit' het beste.
* Afdrukken vanuit Photoshop: Zodra uw afbeelding gereed en gespiegeld is, gaat u naar 'Bestand> Afdrukken'. Kies uw printer en controleer de afdrukinstellingen voordat u gaat afdrukken.
4. Volg de instructies voor transferpapier: Laat de afbeelding na het afdrukken volledig drogen volgens de instructies van de fabrikant. Volg daarna zorgvuldig de instructies voor het aanbrengen van de transfer op uw stof. Meestal wordt hierbij de transfer op de stof gestreken.
Belangrijke overwegingen:
* Testafdruk: Maak altijd een proefafdruk op een restje transferpapier voordat u uw definitieve afbeelding afdrukt. Dit helpt u de kleurnauwkeurigheid te controleren en ervoor te zorgen dat uw instellingen correct zijn.
* Papiersoort: Laserprinters en inkjetprinters werken over het algemeen met verschillende soorten opstrijkpapier. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt voor uw printertype.
* Stoftype: Het type stof waarnaar u overstapt, kan ook van invloed zijn op de resultaten. Controleer de compatibiliteit van het transferpapier met uw stof.
* Instructies van de fabrikant: Geef altijd prioriteit aan de instructies van de fabrikant van het opstrijktransferpapier. Zij krijgen het meest accurate en actuele advies.
Door deze stappen te volgen, kunt u met succes opstrijkpatronen maken en afdrukken met uw Photoshop-ontwerpen. Vergeet niet dat een zorgvuldige planning en aandacht voor detail essentieel zijn voor het behalen van resultaten van hoge kwaliteit. |