Het wijzigen van de DPI (dots per inch) in Photoshop is van cruciaal belang om de juiste resolutie van uw afbeeldingen te garanderen voor verschillende doeleinden, zoals afdrukken of internetgebruik. Zo wijzigt u de DPI in Photoshop:
1. Open uw afbeelding:
- Start Adobe Photoshop.
- Ga naar "Bestand"> "Openen" en selecteer de afbeelding die u wilt aanpassen.
2. Open het dialoogvenster Afbeeldingsgrootte:
- Ga naar 'Afbeelding'> 'Afbeeldingsgrootte'. Als alternatief kunt u de sneltoets "Ctrl + Alt + I" (Windows) of "Command + Option + I" (Mac) gebruiken.
3. DPI-instellingen:
- In het dialoogvenster "Afbeeldingsgrootte" vindt u de DPI-instellingen onder "Resolutie".
- De waarden voor "Breedte" en "Hoogte" worden automatisch bijgewerkt op basis van uw DPI-wijziging.
4. Kies de gewenste oplossing:
- Voer in het veld "Resolutie" de gewenste DPI-waarde in. Gangbare DPI-waarden voor afdrukken liggen tussen 300 en 600 DPI, terwijl 72 DPI geschikt is voor webafbeeldingen.
5. Opties voor opnieuw bemonsteren:
- Let op het gedeelte "Resampling" onder het DPI-veld.
- Kies een geschikte resamplingmethode op basis van de aard van uw afbeelding. Veelgebruikte opties zijn 'Bicubic Smoother' en 'Details behouden'.
6. Pas de wijzigingen toe:
- Nadat u de gewenste DPI heeft ingevoerd en de resampling-methode heeft gekozen, klikt u op "OK" om de wijzigingen toe te passen.
Photoshop past de pixelafmetingen van de afbeelding aan zodat deze overeenkomen met de opgegeven DPI. Houd er rekening mee dat het opschalen van een afbeelding (het verhogen van de DPI) kan resulteren in enig kwaliteitsverlies, vooral als u van een afbeelding met een lage resolutie naar een hogere resolutie gaat. Downscaling (het verlagen van de DPI) zou een minimaal effect op de beeldkwaliteit moeten hebben.
Sla de gewijzigde afbeelding op in een geschikt bestandsformaat voor uw doel, zoals JPEG voor het web of een afdrukvriendelijk formaat zoals TIFF of PNG voor afdrukken van hoge kwaliteit. |