De software die bovenop het besturingssysteem staat en de mogelijkheden gebruikt, wordt Application Software genoemd .
Hier is een uitsplitsing:
* besturingssysteem (OS): Dit is de kernsoftware die de hardware van de computer beheert en essentiële services biedt voor andere software. Zie het als de basis waarop al het andere is gebouwd.
* Toepassingssoftware: Dit zijn de programma's waarmee gebruikers rechtstreeks omgaan met het uitvoeren van specifieke taken. Ze vertrouwen op het besturingssysteem om toegang te krijgen tot hardware en basisbewerkingen uit te voeren.
Voorbeelden van applicatiesoftware:
* Productiviteitssoftware: Tekstverwerkers, spreadsheets, presentatiesoftware, e -mailclients
* Entertainment -software: Games, mediaspelers
* hulpprogramma's: Antivirussoftware, systeemreinigers, bestandscompressietools
* Webbrowsers: Chrome, Firefox, Safari
* Mobiele apps: Social media -apps, games, navigatie -apps
Hoe applicatiesoftware het besturingssysteem gebruikt:
* Hardwaretoegang: Toepassingen hebben het besturingssysteem nodig om toegang te krijgen tot de hardware van de computer, zoals de CPU-, geheugen-, opslag- en invoer-/uitvoerapparaten.
* Resource Management: Het besturingssysteem wijst bronnen zoals geheugen en CPU -tijd toe om te zorgen voor een efficiënte werking van meerdere toepassingen die tegelijkertijd worden uitgevoerd.
* Bestandsbeheer: Het besturingssysteem beheert het bestandssysteem, waardoor applicaties gegevens kunnen opslaan en ophalen.
* netwerken: Toepassingen gebruiken het besturingssysteem om te communiceren met andere computers op een netwerk.
* Beveiliging: Het besturingssysteem biedt een beveiligingslaag om applicaties en het systeem als geheel te beschermen.
In wezen fungeert het besturingssysteem als een brug tussen de hardware van de computer en de applicaties waarmee gebruikers omgaan. |