Het is niet juist om te zeggen dat er vijf verschillende "typen" systeemprogramma's zijn. Er zijn veel verschillende categorieën en functies die systeemprogramma's bedienen. Hier is een uitsplitsing van enkele belangrijke categorieën:
1. Besturingssysteem (OS) Componenten: Dit is de kern van systeemprogramma's en omvat:
* kernel: Het hart van het besturingssysteem, het beheren van bronnen zoals geheugen, CPU en randapparatuur.
* Bestandssysteem: Behandelt opslag en ophalen van bestanden op het systeem.
* Apparaatstuurprogramma's: Interface tussen het besturingssysteem en de hardware -apparaten.
* geheugenbeheer: Toewijzing en beheert computergeheugen.
* Procesbeheer: Controleert de uitvoering van programma's en processen.
* beveiligingsdiensten: Biedt bescherming tegen ongeautoriseerde toegang en datalekken.
2. Systeemhulpprogramma's: Dit zijn hulpmiddelen voor het beheren van het systeem en worden vaak gebundeld met het besturingssysteem:
* schijfbeheer: Opslagapparaten opmaken, partitioneren en beheren.
* Bestandshulpprogramma's: Bestanden kopiëren, verplaatsen, verwijderen en op zoek gaan naar bestanden.
* Systeembewaking: Het observeren van systeemprestaties en gebruik van hulpbronnen.
* back -up en herstel: Het maken van kopieën van gegevens en herstelsystemen.
* Beveiligingshulpmiddelen: Antivirussoftware, firewalls en inbraakdetectiesystemen.
3. Systeemprogrammeertalen: Deze talen zijn ontworpen voor het schrijven van systeemprogramma's:
* C: Een krachtige en efficiënte taal voor systeemprogrammering.
* C ++: Een objectgeoriënteerde uitbreiding van C, vaak gebruikt voor ontwikkeling op systeemniveau.
* Assemblagetaal: Een taal op laag niveau die rechtstreeks in wisselwerking staat met de processor.
4. Netwerkprogramma's: Deze programma's vergemakkelijken de communicatie tussen computers:
* Netwerkprotocollen: Regels die gegevensuitwisseling regelen via een netwerk (bijv. TCP/IP).
* Netwerkservices: Programma's die specifieke netwerkfunctionaliteiten bieden (bijv. E -mailservers, webservers).
* Netwerktools: Voor het beheren en oplossen van problemen met het oplossen van problemen (bijv. Ping, traceroute).
5. Systeembibliotheken: Dit zijn collecties van vooraf geschreven code die in andere programma's kunnen worden hergebruikt:
* Standaardbibliotheken: Zorg voor veelgebruikte functies voor invoer/uitvoer, stringmanipulatie en meer.
* grafische bibliotheken: Gebruikt voor het maken en manipuleren van afbeeldingen en visuele elementen.
* Netwerkbibliotheken: Netwerkcommunicatie binnen applicaties vergemakkelijken.
Belangrijke opmerking: Dit is geen uitputtende lijst. Er zijn veel andere soorten systeemprogramma's en sommige programma's kunnen in meerdere categorieën vallen.
In plaats van na te denken over 'vijf typen', is het nuttiger om de diverse rollen te begrijpen die systeemprogramma's spelen bij het ondersteunen en beheren van uw computersysteem. |