Die software wordt systeemsoftware genoemd , en het hart is het besturingssysteem (OS) .
Hier is een uitsplitsing:
* Toepassingssoftware: Dit is de software waarmee u rechtstreeks communiceert om specifieke taken uit te voeren, zoals webbrowsers, tekstverwerkers, games, enz. Ze vertrouwen op de systeemsoftware om met de hardware te communiceren.
* Systeemsoftware: Deze software fungeert als een tussenpersoon tussen de applicatiesoftware en de hardware. Het biedt een platform voor de applicatiesoftware om de bronnen van de computer uit te voeren en beheert.
* besturingssysteem (OS): Dit is de kern van systeemsoftware. Het beheert het geheugen, de processen en de hardware van de computer. Voorbeelden zijn Windows, MacOS, Linux, Android en iOS.
Hier is hoe het werkt:
1. Verzoek: Wanneer u een toepassing gebruikt (bijvoorbeeld een bestand opslaan), verzendt het een verzoek naar het besturingssysteem.
2. Interpretatie: Het besturingssysteem interpreteert het verzoek en vertaalt het in instructies die de hardware kan begrijpen.
3. Uitvoering: Het besturingssysteem verzendt deze instructies vervolgens naar de juiste hardwarecomponent (bijvoorbeeld de harde schijf om het bestand op te slaan).
4. Reactie: De hardware voert de instructies uit en stuurt een reactie terug naar het besturingssysteem, dat deze vervolgens teruggeeft naar de applicatie.
In wezen fungeert systeemsoftware (en voornamelijk het OS) als vertaler en manager, waardoor communicatie en coördinatie tussen de applicatiesoftware en de hardware van de computer mogelijk worden. |