:Met deze combinatie hebben gebruikers toegang tot de secundaire functies van de opgegeven sleutel. Alt+F4 sluit bijvoorbeeld meestal de actieve toepassing of het venster, ALT+Tab kunt u schakelen tussen open applicaties en Alt+Shift+Del brengt de taakbeheer in Windows op.
2. Alt+nummer op nummerkussen:deze combinatie wordt gebruikt in Microsoft Excel en enkele andere applicaties om speciale tekens of symbolen in te voeren. De ALT -toets ingedrukt terwijl je op een nummer op het numerieke toetsenbord drukt, plaatst een specifiek teken in het document.
3. Alt+klik (of klik met de rechtermuisknop):in sommige gebruikersinterfaces kan het vasthouden van de ALT-toets terwijl op een object of pictogram klikt een contextmenu of alternatieve opties weergeven voor dat specifieke object.
4. Alt+drag:het vasthouden van de Alt -toets terwijl u een object, venster of bestand sleept, kan verschillende acties uitvoeren, afhankelijk van de toepassing. Alt+in sommige programma's slepen dupliceert bijvoorbeeld het geselecteerde item in plaats van het te verplaatsen.
5. ALT+F :dit wordt vaak gebruikt in webbrowsers om toegang te krijgen tot verschillende menu -opties. Alt+F1 kan bijvoorbeeld het helpmenu openen, ALT+F4 sluit het browservenster, enzovoort.
De ALT -sleutel is veelzijdig en gebruikt in tal van sneltoetsen en opdrachten in verschillende softwaretoepassingen, en de functies kunnen variëren, afhankelijk van het programma of het besturingssysteem.