1. Open het Word-document dat u wilt afdrukken.

2. Klik op het tabblad "Bestand" in de linkerbovenhoek van het venster.

3. Selecteer "Afdrukken" in het linkermenu.

4. Selecteer in het gedeelte "Printer" de printer die u wilt gebruiken.

5. Klik op de knop "Afdrukken".

6. Klik in het dialoogvenster "Afdrukken" op de knop "Eigenschappen".

7. Klik in het dialoogvenster "Eigenschappen" op het tabblad "Geavanceerd".

8. Blader op het tabblad "Geavanceerd" omlaag naar het gedeelte "Voettekst".

9. Klik in het gedeelte "Voettekst" op de knop "Bewerken".

10. Verwijder in het dialoogvenster "Voettekst bewerken" de bestandsnaam uit het voettekstpad.

11. Klik op de knop "OK".

12. Klik nogmaals op de knop "OK" om het dialoogvenster "Eigenschappen" te sluiten.

13. Klik op de knop "Afdrukken" om het document af te drukken.

Hierdoor wordt het document afgedrukt met het oorspronkelijke voettekstpad en wordt de bestandsnaam niet bijgewerkt.