Het woord ‘zin’ kan op verschillende manieren worden gebruikt. Hier zijn een paar voorbeelden:
1. Ze kregen strafvermindering wegens goed gedrag.
2. De rechter veroordeelde de verdachte tot 10 jaar gevangenisstraf.
3. De zin was lang en complex, met meerdere clausules.
4. Zinnen kunnen declaratief, vragend, uitroepend of imperatief zijn.
5. Ze pauzeerde even om haar gedachten te ordenen voordat ze de zin afmaakte.
6. De zin in kwestie was:"De snelle bruine vos springt over de luie hond". |