De symbolen op een faxapparaat voor de voorkant naar beneden of naar boven bestaan meestal uit twee pijlen, de ene wijst naar boven en de andere wijst naar beneden. Zo kun je ze lezen:
Met de voorkant naar beneden (▼) :
- Dit symbool geeft aan dat het document met de bedrukte zijde naar beneden op het scannerbed van het faxapparaat moet worden geplaatst.
- De naar beneden wijzende pijl geeft de richting van het document aan die in contact moet komen met de glasplaat.
- Het document moet ondersteboven worden geplaatst, met de tekst of afbeeldingen naar het glas gericht.
Bedrukte zijde naar boven (▲) :
- Dit symbool geeft aan dat het document met de bedrukte zijde naar boven op het scannerbed van het faxapparaat moet worden geplaatst.
- De pijl naar boven geeft de richting van het document weer die voor u zichtbaar moet zijn.
- Het document moet met de goede kant naar boven worden geplaatst, met de tekst of afbeeldingen naar boven gericht.
Sommige faxapparaten hebben mogelijk ook extra symbolen of indicatoren om de plaatsing van documenten te begeleiden. Bijvoorbeeld:
Pijl met 'Voorkant' of 'Achterkant' :dit specificeert of de voor- of achterkant van het document naar beneden/boven moet wijzen.
Papierlade :geeft de documentinvoer aan, waarbij documenten doorgaans met de bedrukte zijde naar boven moeten worden geplaatst.
Raadpleeg altijd de specifieke gebruikershandleiding of documentatie die bij uw faxapparaat is geleverd om de juiste symbolen en instructies voor de documentrichting voor uw specifieke model te verifiëren. |