Wanneer u een teken typt terwijl u NumLock, CapsLock en Scroll Lock gebruikt, is dit afhankelijk van de specifieke toetsencombinatie en de instellingen van uw computer. Dit is wat er meestal gebeurt:
1. NumLock:
- NumLock-toets schakelt het numerieke toetsenbord aan de rechterkant van uw toetsenbord tussen de cijferinvoermodus en de cursorbewegingsmodus.
- Wanneer NumLock is ingeschakeld (het indicatielampje brandt meestal), worden door het indrukken van de toetsen op het numerieke toetsenbord cijfers geproduceerd.
- Wanneer NumLock is uitgeschakeld, worden door het indrukken van dezelfde toetsen verschillende functies uitgevoerd, zoals het verplaatsen van de cursor of het scrollen op het scherm.
2. CapsLock:
- CapsLock-toets schakelt het hoofdlettergebruik van letters in of uit.
- Als CapsLock is ingeschakeld (het indicatielampje brandt meestal), zijn alle letters die u typt in hoofdletters, ongeacht of u op de Shift-toets drukt of niet.
- Als CapsLock is uitgeschakeld, worden letters als kleine letters getypt, tenzij u de Shift-toets ingedrukt houdt.
3. Scrollvergrendeling:
- Scroll Lock-toets schakelt in sommige programma's of besturingssystemen naar een specifieke scrollmodus.
- Wanneer Scroll Lock is ingeschakeld (het indicatielampje brandt meestal), kunt u door op de pijltjestoetsen te drukken of het muiswiel te gebruiken door de inhoud van het venster of het scherm bladeren, in plaats van de cursor te verplaatsen.
- Wanneer Scroll Lock is uitgeschakeld, besturen de pijltjestoetsen en het muiswiel zoals gewoonlijk de beweging van de cursor.
Het is vermeldenswaard dat het gedrag van de NumLock-, CapsLock- en Scroll Lock-toetsen kan variëren, afhankelijk van het besturingssysteem, de softwaretoepassing en de toetsenbordindeling die u gebruikt. Sommige programma's hebben mogelijk aangepaste instellingen of snelkoppelingen die het standaardgedrag van deze toetsen overschrijven. |