Een typische teksteditor bestaat uit de volgende componenten:
1. Tekstgebied :dit is het hoofdgedeelte van de editor waar de gebruiker tekst typt en bewerkt. Het neemt meestal het grootste deel van het venster in beslag en biedt functies zoals syntaxisaccentuering, regelnummering en woordomloop.
2. Menubalk :de menubalk bevat een reeks menu's met opties voor het uitvoeren van verschillende acties, zoals het maken van een nieuw bestand, het openen van een bestand, het opslaan van een bestand, het bewerken van tekst, het opmaken van tekst, het invoegen van speciale tekens en het afdrukken.
3. Werkbalken :Werkbalken zijn rijen met knoppen of pictogrammen die snelle toegang bieden tot veelgebruikte opdrachten. Ze kunnen worden aangepast met de tools die voor de gebruiker het belangrijkst zijn.
4. Scrollbalken :schuifbalken verschijnen wanneer de tekstinhoud de grootte van het tekstgebied overschrijdt. Hiermee kan de gebruiker omhoog en omlaag (verticale schuifbalk) of naar links en rechts (horizontale schuifbalk) bewegen om verschillende delen van de tekst te bekijken.
5. Statusbalk :de statusbalk geeft informatie weer over de huidige status van de editor, zoals het huidige regelnummer, kolomnummer en de status van verschillende functies, zoals spellingcontrole en aantal woorden.
6. liniaal :Sommige teksteditors bevatten een liniaal die de horizontale positie van de cursor weergeeft en de gebruiker helpt de tekst op te maken volgens specifieke marges.
7. Tabbalk :Als de teksteditor meerdere tabbladen ondersteunt, is er een tabbladbalk waarmee de gebruiker kan schakelen tussen verschillende geopende documenten of verschillende secties van hetzelfde document.
8. Zoeken en vervangen :Met deze functie kan de gebruiker naar specifieke tekst in het document zoeken en deze door andere tekst vervangen.
9. Syntaxisaccentuering :deze functie past verschillende kleuren en opmaak toe op verschillende soorten tekst op basis van hun syntaxis of grammaticale structuur. Het is vooral handig voor programmeren en codebewerking.
10. Automatisch aanvullen :deze functie suggereert mogelijke woordaanvullingen terwijl de gebruiker typt, waardoor het typen sneller gaat.
11. Ongedaan maken en opnieuw uitvoeren :Met deze functies kan de gebruiker de laatste bewerkingsacties ongedaan maken en indien nodig herstellen.
12. Bladwijzers :Met bladwijzers kan de gebruiker specifieke posities in de tekst markeren en er snel naar terug navigeren.
13. Klembord :het klembord slaat tijdelijke gegevens op, zoals gekopieerde of geknipte tekst, zodat de gebruiker deze elders in het document of in andere toepassingen kan plakken.
Dit zijn enkele veelgebruikte componenten in teksteditors, maar de exacte functies en lay-out kunnen variëren, afhankelijk van de specifieke toepassing en het beoogde gebruik ervan. |