De functie `ROUNDUP` in Microsoft Excel rondt een getal *naar boven* af op een opgegeven aantal cijfers. Er wordt altijd van nul afgerond.
Syntaxis:
`AFRONDEN(getal; aantal_cijfers)`
* nummer: Het getal dat u wilt afronden. Dit kan een getal zijn, een celverwijzing die een getal bevat, of een formule die resulteert in een getal.
* aantal_cijfers: Het aantal cijfers waarop u het getal wilt afronden.
* Als `num_digits` groter is dan 0, wordt het getal naar boven afgerond op het opgegeven aantal decimalen.
* Als `num_digits` 0 is, wordt het getal naar boven afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal.
* Als `num_digits` kleiner is dan 0, wordt het getal links van de komma naar boven afgerond.
Voorbeelden:
| Formule | Resultaat | Uitleg |
|---------------|--------|--------------------------------------------|
| `AFRONDEN(2.15, 1)` | 2.2 | Rondt 2,15 af op één decimaal. |
| `AFRONDEN(2.15, 0)` | 3 | Rondt 2,15 naar boven af op het dichtstbijzijnde gehele getal. |
| `AFRONDEN(2.15, -1)`| 10 | Rondt 2,15 naar boven af op de dichtstbijzijnde tien. |
| `AFRONDEN(-2.15, 1)`| -2,2 | Rondt -2,15 naar boven af (van nul af) op één decimaal.|
| `AFRONDEN(-2.15, 0)`| -2 | Rondt -2,15 naar boven af (van nul af) naar het dichtstbijzijnde gehele getal.|
| `AFRONDEN(-2.15, -1)`| -10 | Rondt -2,15 naar boven af (van nul af) naar de dichtstbijzijnde tien.|
| `AFRONDEN(A1, 2)` | Varieert | Rondt de waarde in cel A1 af op twee decimalen.|
Hoe het te gebruiken in Excel:
1. Open uw Excel-spreadsheet.
2. Selecteer de cel waar u het afgeronde resultaat wilt laten verschijnen.
3. Typ de functie `ROUNDUP` in de formulebalk, waarbij u 'getal' en 'aantal_cijfers' vervangt door uw waarden of celverwijzingen. Bijvoorbeeld:`=AFRONDEN(B2, 2)` (Hiermee wordt de waarde in cel B2 afgerond op twee decimalen).
4. Druk op Enter. De afgeronde waarde verschijnt in de cel.
Onthoud dat `ROUNDUP` altijd *weg* afrondt vanaf nul. Dit verschilt van de `ROND`-functie, die bij gelijke stand (0,5) afrondt naar het dichtstbijzijnde even getal. Als u wilt afronden naar het dichtstbijzijnde getal, gebruikt u 'ROND'. Als je altijd *naar beneden* moet afronden, gebruik dan `ROUNDDOWN`. |