Wanneer u een nieuw document in Excel opent, krijgt u een blanco werkboek . Dit werkboek bevat:
* Eén blad: Dit is de standaardinstelling, maar u kunt eenvoudig meer vellen toevoegen door op de knop "+" onderaan het scherm te klikken.
* Standaardopmaak: Het blad wordt geleverd met basisopmaak, inclusief een raster van cellen met randen en standaard lettertype -instellingen.
* lint: Het lint bovenaan biedt toegang tot verschillende tools en opdrachten voor het werken met uw spreadsheet.
* Formulebalk: Deze balk voert formules en gegevens in die u in cellen wilt weergeven.
Hier is een uitsplitsing van de belangrijkste elementen:
1. Werkblad: Het hoofdgebied waar u gegevens, formules invoert en grafieken maakt.
2. Lint: Dit bevat tabbladen (bijv. Home, invoegen, gegevens) met verschillende opdrachten voor het werken met uw gegevens.
3. Formulebalk: Toont de inhoud van de geselecteerde cel en kunt u gegevens en formules invoeren en bewerken.
4. Bladtabs: Hiermee kunt u navigeren tussen verschillende vellen binnen het werkboek.
5. Kolom- en rijkoppen: Deze helpen u individuele cellen en bereiken in uw spreadsheet te identificeren.
6. Naamvak: Dit toont het adres van de momenteel geselecteerde cel.
Vergeet niet dat u het uiterlijk en het gedrag van uw nieuwe werkboek kunt aanpassen door verschillende opties en instellingen binnen Excel te gebruiken. |