De functies FIND en REPLACE in Excel worden gebruikt voor het zoeken en vervangen van tekst in een cel.
De FIND-functie wordt gebruikt om de positie van een substring binnen een tekststring te vinden. De syntaxis van de FIND-functie is:
```
=ZOEKEN(vind_tekst, binnen_tekst, [start_getal])
```
Waar:
* vind_tekst is de tekst waarnaar u wilt zoeken.
* binnen_tekst is de tekst waarin u wilt zoeken.
* startnummer (Optioneel) is de positie waarop u de zoekopdracht wilt starten. Indien dit wordt weggelaten, begint de zoekopdracht bij het eerste teken van de inside_text.
Het resultaat van de FIND-functie is de positie van de eerste keer dat de find_text voorkomt binnen de inside_text, of een foutwaarde als de find_text niet wordt gevonden.
De REPLACE-functie wordt gebruikt om een substring binnen een tekststring te vervangen door een nieuwe substring. De syntaxis van de REPLACE-functie is:
```
=VERVANGEN(tekst, startnummer, aantal_tekens, nieuwe_tekst)
```
Waar:
* tekst is de tekst waarbinnen u de vervanging wilt uitvoeren.
* startnummer is de positie waarop u de vervanging wilt starten.
* aantal_tekens is het aantal tekens dat u wilt vervangen.
* nieuwe_tekst is de tekst waarmee u de bestaande tekens wilt vervangen.
Het resultaat van de REPLACE-functie is de tekst waarbij de opgegeven subtekenreeks is vervangen door de nieuwe_tekst.
Deze functies kunnen samen worden gebruikt om zoek- en vervangbewerkingen in Excel uit te voeren. Met de volgende formule wordt bijvoorbeeld de eerste keer gevonden dat de subtekenreeks "oud" voorkomt in de tekstreeks "Dit is een oude tekst" en wordt deze vervangen door de subtekenreeks "nieuw":
```
=REPLACE("Dit is een oude tekst", FIND("oud", "Dit is een oude tekst"), 3, "nieuw")
```
Het resultaat van deze formule is de tekst "Dit is een nieuwe tekst". |