In Microsoft Excel zijn er twee primaire manieren om gegevens te kopiëren:
1. De kopieer- en plakopdrachten gebruiken:
- Kopiëren :Selecteer de cellen die u wilt kopiëren. Ga naar het tabblad "Home", klik op de knop "Kopiëren" in de groep "Klembord" of gebruik de sneltoets "Ctrl + C."
- Plakken :Plaats uw cursor in de cel waarin u de gekopieerde gegevens wilt plakken. Ga naar het tabblad 'Start', klik op de knop 'Plakken' in de groep 'Klembord' of gebruik de sneltoets 'Ctrl + V'.
2. Via slepen en neerzetten:
- Selecteren en slepen :Selecteer de cellen die u wilt kopiëren. Plaats uw cursor op de rand van de selectie, klik en houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep de selectie naar de gewenste locatie.
- Laat vallen :Laat de muisknop los wanneer u de doelcel bereikt. De gegevens worden naar die locatie gekopieerd.
Opmerking:
- Wanneer u de opdrachten Kopiëren en Plakken gebruikt, kunt u ook sneltoetsen gebruiken om de gegevens met verschillende formaten of opties te plakken, zoals "Ctrl + Shift + V" om alleen de waarden te plakken of "Ctrl + Alt + V" om de waarden weer te geven Dialoogvenster "Plakken speciaal" met extra opmaak- en berekeningsopties.
- U kunt ook met de rechtermuisknop op de geselecteerde cellen klikken, 'Kopiëren' in het contextmenu selecteren, vervolgens met de rechtermuisknop op de doelcel klikken en 'Plakken' kiezen.
- Tijdens het slepen en neerzetten zal het ingedrukt houden van de "Ctrl"-toets ook resulteren in het kopiëren van de gegevens, terwijl het ingedrukt houden van de "Alt"-toets een gekoppelde kopie van de gegevens zal creëren die zal worden bijgewerkt als de originele gegevens veranderen.
Als u deze twee kopieermethoden begrijpt, kunt u gegevens binnen uw Excel-spreadsheets efficiënt beheren en verplaatsen. |