F1 - Help-toets; geeft hulp weer voor het actieve programma.
F2 - Hernoem sleutel; hernoemt het geselecteerde bestand of de geselecteerde map.
F3 - Zoeksleutel; opent het zoekvenster in het actieve programma.
F4 - Alt-toetsequivalent; in sommige programma's drukt u op de Alt-toets.
F5 - Vernieuwingstoets; vernieuwt het actieve venster of document.
F6 - Cursortoets verplaatsen; verplaatst de cursor tussen de verschillende deelvensters van een venster.
F7 - Spelling- en grammaticacontrolesleutel; start de spelling- en grammaticacontrole in het actieve document.
F8 - Selecteer modustoets; schakelt in sommige programma's de selectiemodus in.
F9 - Veldtoets vernieuwen; werkt gekoppelde en ingebedde objecten in een document bij.
F10 - Menusneltoets; activeert de menubalk van de actieve applicatie.
F11 - Volledig scherm-toets; schakelt tussen volledig scherm en venstermodus.
F12 - Functie- of sneltoets; voert een specifieke taak uit, afhankelijk van het actieve programma. |