Tabellen: Tabellen slaan gegevens op in rijen en kolommen. Elke rij vertegenwoordigt een record en elke kolom vertegenwoordigt een veld.
Zoeken: Query's halen gegevens op uit een of meer tabellen en geven deze op een specifieke manier weer. U kunt query's gebruiken om specifieke records te zoeken, totalen te berekenen en gegevens te groeperen.
Formulieren: Formulieren bieden een gebruiksvriendelijke interface voor het invoeren, bewerken en verwijderen van gegevens. U kunt formulieren maken die eruit zien en aanvoelen als traditionele papieren formulieren, of u kunt aangepaste formulieren maken die aan uw specifieke behoeften voldoen.
Rapporten: Rapporten vatten gegevens samen en presenteren deze in een gedrukt of elektronisch formaat. U kunt rapporten maken waarin gegevens op verschillende manieren worden weergegeven, zoals tabellen, diagrammen en grafieken.
Macro's: Macro's zijn een reeks acties die u kunt uitvoeren om taken te automatiseren. U kunt macro's maken om tabellen, query's, formulieren en rapporten te openen en te sluiten, maar ook om andere acties uit te voeren, zoals het importeren en exporteren van gegevens.
Modulen: Modules zijn een soort code die u kunt schrijven om de functionaliteit van Access uit te breiden. U kunt modules maken om complexe berekeningen uit te voeren, aangepaste functies te creëren en taken te automatiseren.
Webpagina's: U kunt webpagina's maken waarop gegevens uit uw Access-database worden weergegeven. U kunt webpagina's gebruiken om gegevens met anderen op internet te delen, en u kunt webpagina's gebruiken om gegevens van gebruikers te verzamelen. |