In de context van een hiërarchisch bestandssysteem is de hoofdmap de map op het hoogste niveau van een bestandssysteem of opslagapparaat. Het is het hoogste niveau van de directorystructuur en bevat alle andere submappen en bestanden daarin. De hoofdmap wordt doorgaans aangegeven met een schuine streep (/).
Submappen zijn mappen of mappen die zijn aangemaakt in de hoofdmap of andere submappen. Ze maken een betere organisatie en categorisering van bestanden mogelijk door een hiërarchische structuur te creëren. Submappen kunnen bestanden, andere submappen of een combinatie van beide bevatten.
Hier is een vereenvoudigde weergave van de relatie tussen een hoofdmap en een submap:
Hoofdmap (/)
|
|-- Submap 1 (/)
|
|-- Bestand 1.txt
|-- Submap 1.1
|
|-- Bestand 1.1.1
|-- Submap 2
|
|-- Bestand 2.txt
In dit voorbeeld vertegenwoordigt "/" de hoofdmap, zijn "Submap 1" en "Submap 2" twee submappen binnen de hoofdmap, "Bestand 1.txt" en "Bestand 2.txt" zijn bestanden in de submappen, en " Submap 1.1" is een andere submap die is aangemaakt in "Submap 1".
Submappen zorgen voor een beter beheer en betere toegankelijkheid van bestanden door ze logisch te groeperen en een geneste structuur te creëren. Gebruikers kunnen door submappen navigeren en toegang krijgen tot bestanden daarin door hun paden op te geven ten opzichte van de hoofdmap. |