De term URL staat voor Uniform Resource Locator . Het is een gestandaardiseerde manier om de locatie van een bron op internet te specificeren. Een URL bevat doorgaans de volgende componenten:
* Protocol :Het protocol specificeert de manier waarop toegang wordt verkregen tot de bron. Veelgebruikte protocollen zijn HTTP (Hypertext Transfer Protocol), HTTPS (Hypertext Transfer Protocol Secure), FTP (File Transfer Protocol) en SMTP (Simple Mail Transfer Protocol).
* Domeinnaam :De domeinnaam is de unieke identificatie voor een website. Het bestaat meestal uit een reeks woorden, gescheiden door punten. De domeinnaam voor Google is bijvoorbeeld 'google.com'.
* Pad :het pad specificeert de locatie van de bron binnen de website. Het bestaat meestal uit een reeks mappen, gescheiden door schuine strepen. Het pad voor de Google-zoekpagina is bijvoorbeeld '/search'.
* Zoekreeks :De queryreeks wordt gebruikt om parameters door te geven aan de bron. Het bestaat meestal uit een reeks sleutel-waardeparen, gescheiden door ampersands. De zoekopdrachtreeks voor een Google-zoekopdracht naar 'cats' kan bijvoorbeeld '?q=cats' zijn.
* Fragment :Het fragment wordt gebruikt om een specifiek deel van de bron te specificeren. Het bestaat meestal uit een reeks tekens die na het hekje (#) komen. Het fragment voor een specifiek gedeelte van de zoekresultatenpagina van Google kan bijvoorbeeld '#results' zijn.
URL's worden gebruikt om via een webbrowser toegang te krijgen tot bronnen op internet. Wanneer u een URL in uw browser typt, stuurt de browser een verzoek naar de server die de bron host. De server stuurt de bron vervolgens terug naar de browser, die deze op uw scherm weergeeft. |