Een bestandspad is een tekenreeks die de locatie van een bestand op een computersysteem identificeert. Het bestaat uit een reeks componenten, die elk een map of submap in de bestandssysteemhiërarchie vertegenwoordigen.
De componenten van een bestandspad zijn als volgt:
* De hoofdmap: Dit is de map op het hoogste niveau van het bestandssysteem. In Windows wordt de hoofdmap weergegeven door de stationsletter, zoals "C:". In op Unix gebaseerde systemen wordt de hoofdmap weergegeven door een schuine streep, "/".
* Mappen: Directory's zijn submappen van de hoofdmap. Ze zijn gemaakt om bestanden in logische groepen te ordenen. Directory's worden weergegeven met hun naam, zoals "Documenten" of "Afbeeldingen".
* Submappen: Submappen zijn mappen die zich in andere mappen bevinden. Ze worden gebruikt om bestanden verder in kleinere groepen te ordenen. Submappen worden weergegeven met hun naam, zoals "Mijn documenten" of "Mijn afbeeldingen".
* Bestandsnaam: De bestandsnaam is de naam van het bestand zelf. Het bestaat doorgaans uit twee delen:de basisnaam en de extensie. De basisnaam is de hoofdnaam van het bestand, bijvoorbeeld "mijnbestand". De extensie is een achtervoegsel dat het type bestand aangeeft, zoals ".txt" of ".exe".
Bijvoorbeeld het volgende bestandspad identificeert de locatie van een bestand met de naam "mijnbestand.txt" in de map "Documenten" op station "C:":
```
C:\Documenten\mijnbestand.txt
```
Bestandspaden kunnen absoluut of relatief zijn. Een absoluut bestandspad specificeert het volledige pad van de hoofdmap naar het bestand. Een relatief bestandspad specificeert het pad van de huidige werkmap naar het bestand.
Bijvoorbeeld het volgende absolute bestandspad identificeert de locatie van een bestand met de naam "mijnbestand.txt" in de map "Documenten" op station "C:":
```
/Gebruikers/gebruikersnaam/Documenten/mijnbestand.txt
```
Het volgende relatieve bestandspad identificeert de locatie van een bestand met de naam "mijnbestand.txt" in de map "Documenten":
```
Documenten/mijnbestand.txt
``` |